Talloze piepjes, telefoongesprekken en radioverkeer

14 september 2023

Eva, verpleegkundig centralist

Dan is het ineens maandag 3 juli en start ik met mijn eerste werkdag bij de Meldkamer Ambulancezorg. Alle werknemers keurig in een uniform van Brandweer, Politie of Ambulance. Ieder zijn eigen bureau met vier beeldschermen en een headset op. Allemaal druk in de weer om alle telefoontjes te behandelen en (acute) zorg te coördineren voor de gehele regio. Het is toch vreemd om te bedenken dat de gehele coördinatie van alle (112) meldingen in één regio vanuit één zo’n ruimte komt.

""

Welke gedachten komen bij jou naar boven als je iets hoort over de ambulancezorg? Zelf stond ik nooit stil bij hoeveel er komt kijken bij het plannen van een zorgambulance of het aannemen van een 112-melding. Binnen een kort tijdsbestek moet je een schets van een situatie hebben gemaakt, met maar zeer weinig informatie. De melders zijn jouw oren en ogen: “Ze ziet er niet goed uit”. Maar wat ziet er niet goed uit? Hoe is haar gezichtskleur? Zie je ergens bloed? Hoe is haar ademhaling? Uit iemand pijnklachten? Na mijn eerste dag wist ik meteen dat het uitvragen van een melder een vak apart is…

Honderden afkortingen

Wat ook meteen opviel was het gebruik van wel honderden afkortingen. Denk je dat je veel afkortingen gewend bent? Geloof me: de meldkamer kent er meer. “Hier heb je je inloggegevens voor GMS (Geïntegreerd Melding Systeem) en NTS (Nederlandse Triage Standaard)”. “Was er een TCO-melding (Team Collegiale Ondersteuning) gemaakt? ” Wat dat allemaal betekent… geen flauw idee. Zelfs reanimatie wordt afgekort naar “rea”. Wat hartstikke logisch is, want je moet als Speedy Gonzales kunnen meetikken met iedere melding, om zo een algeheel plaatje te kunnen creëren voor alle betrokken eenheden. Zeker bij de 112-meldingen telt iedere sec.

Mijn eerste les GMS-training werd ik overspoeld door informatie en oefeningen. Hoe vind je het snelste een adres, een treinstation, restaurant of een bepaalde afdeling van een ziekenhuis? Dit mocht ik daarna ook oefenen in real time bij echte meldingen, maar dan wel in de oefenomgeving. Terwijl ik nog een adres aan het zoeken was, had mijn werkbegeleider de gehele melding al afgehandeld. Ik dacht altijd dat ik snel kon typen, maar dit was een hele nieuwe tak van sport. Gelukkig kreeg ik de geruststelling dat iedereen zo begon en dat ik dat ook uiteindelijk onder de knie zou krijgen.

Ook zijn er een hoop operationele aspecten die belangrijk zijn bij het werken op de meldkamer. Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden als centralist: de bereikbaarheid van de meldkamer waarborgen. Dat betekent dat even naar het toilet gaan of je lunch bereiden in goed overleg met je collega’s gebeurd. Zijn er genoeg collega’s aanwezig? Wie houdt zich bezig met welke meldingen? Bij een dienstaflossing geldt ook dat iemand pas kan uitloggen, wanneer de ander volledig is ingelogd. Logisch natuurlijk. Maar dit vergt wel strakke samenwerking. Samenwerking is de sleutel tot de juiste coördinatie van alle processen in de meldkamer. Iedereen houdt elkaar in de gaten en helpt elkaar waar nodig. Dit noemen ze ook wel de zogenaamde “Meldkameroren”.

Om 21.00u al in diepe slaap van alle nieuwe informatie en indrukken...

De eerste dagen waren pittig in de positieve zin van het woord. Voor het eerst sinds jaren lag ik om 21:00 al in diepe slaap van alle nieuwe informatie en indrukken. Maar één ding wist ik wel: ik heb de juiste keuze gemaakt door hier te gaan werken. Geen dag is hetzelfde en dat is precies waar ik naar op zoek was.

Maandag 4 september was de dag dat mijn opleiding tot “Verpleegkundig Centralist” officieel van start ging. Na meer dan 8 jaar ging ik weer terug naar de schoolbanken. Dit was voor mij wel spannend. Hoe verlopen de lessen? Waar krijgen we allemaal les in? Zal ik dit wel kunnen bijhouden? Daarvoor moeten jullie mijn volgende column lezen.

Werken bij de VRH